
“Wie ben je? Wat is goed om te doen? En wat is belangrijk in jouw leven? Ik genoot ervan om met mijn leerlingen na te denken over dit soort vragen. Toch begon ik na tien jaar te twijfelen of ik nog langer op een middelbare school wilde werken. Ik vond het jammer dat ik bij die leerlingen wel belangrijke denkprocessen in gang kon zetten, maar niet de tijd had om ze daar goed in te begeleiden. Ook vond ik de werkdruk te hoog en het aantal administratieve taken te veel. Het werd tijd voor iets anders. Maar wat?”
Zelfstandig leven
“Toen ik een vacature van Linc naar Zorg zag, wist ik: ‘Dit wil ik.’ Ze zochten een medewerker voor Gewoon Wonen. En ze beschreven dit als een project met ‘aandacht voor de mens achter de cliënt’, waarbij diens ‘autonomie’ centraal stond. Dat sprak me aan. Want ook ik vind het essentieel dat elk mens gehoord wordt. En ook ik vind dat die het eigen leven zo zelfstandig mogelijk vorm moet kunnen geven. Ik was dus superblij toen ik aangenomen werd en aan de slag mocht.
Bij Gewoon Wonen begeleid ik nu acht cliënten. Allemaal individuen met eigen behoeftes en uitdagingen. Daar stem ik mijn begeleiding op af. Wat ik doe verschilt dus per persoon – en ik krijg volop de vrijheid om uit te zoeken wat werkt. Als iemand alleen wil babbelen, praat ik over koetjes en kalfjes. En als iemand de diepte in wil, dan doe ik dát – waarbij het natuurlijk helpt dat ik zelf ook het liefst praat over wat zich onder gedrag en gebeurtenissen afspeelt; over symboliek, waarden en zingeving.”
“Bij Gewoon Wonen is het de regel om cliënten te benaderen met een ‘lege agenda’. Zíj bepalen dus de invulling daarvan. Net als de prioriteit van activiteiten – of het nu gaat om samen boodschappen doen, koken, filosoferen of rekeningen betalen. Soms levert deze insteek wel een dilemma op voor me. Want wat als hun invulling of prioritering niet verstandig is? Moet ik dan ingrijpen en het roer overnemen? Of moet ik het zo laten, al komt iemand dan misschien in de problemen?
Neem de cliënt die vertelde dat hij een internetrekening met mij wilde betalen, maar daar zelf een lage prioriteit aan gaf. Hierdoor kwamen we er niet aan toe en kwam hij zonder internet te zitten. Daar gaf hij mij de schuld van. Terecht? Deels wel. Al betekent zijn voorkeur voor autonomie dat er ook ruimte moet zijn voor onhandige keuzes. En dat ik niet koste wat het kost hoef te proberen om die te voorkomen – tenzij zijn keuzes gevaar opleveren voor hem of anderen, natuurlijk.”

Heftige emoties
“Ik moest naar een andere afspraak, maar had misschien toch meer tijd voor die cliënt moeten nemen. En ik had hem in elk geval beter kunnen waarschuwen. Daarvoor heb ik mijn excuses aangeboden. Toen was het al snel weer goed. Hij begreep dat ik ook maar een mens ben. En dat ik daarom soms onhandige keuzes maak – net als hij. De kunst is om hiervan te leren en het dus de volgende keer anders te doen. Ik begeleid cliënten in zulke leerprocessen, maar al doende leer ik zelf ook. Zo groei ik als zorgverlener.
Die groei zit niet alleen in mijn omgang met de eigen keuzes van cliënten. Ik kan bijvoorbeeld ook steeds beter omgaan met hun heftige emoties. Die kunnen soms opeens opkomen en zich op mij richten. Ik heb geleerd daar niet van te schrikken. En om uitbarstingen wel serieus, maar niet te persoonlijk te nemen. Emotieregulering is voor sommige van onze cliënten gewoon moeilijk. Het is aan mij om na te gaan wat er achter emoties als boosheid zit. En om het daar met hen over te hebben als ze weer kalmer zijn.”
“Niet dat boosheid vaak voorkomt bij Gewoon Wonen. Sterker nog: veel cliënten zeggen dat ze bij ons lekkerder in hun vel zitten dan ooit, juist omdat wij ze zelfstandigheid en zorg op maat geven. Daardoor hebben ze minder uitbarstingen en zijn deze minder lang, minder heftig en makkelijker te bespreken. We scoren dan ook hoog in tevredenheidsonderzoeken. En soms krijg ik zelfs rechtstreeks waardering. Bijvoorbeeld toen een cliënte, die weinig positiefs meer in het leven zag, opeens tegen me zei: ‘Jij bent mijn lichtpuntje’.
Cliënten vinden onze betrokkenheid fijn. We zijn er echt voor ze. Zo ging ik met iemand naar het ziekenhuis, voor een behandeling aan een ernstige wond. Door alle hectiek en pijn raakte hij in paniek. Maar ik bleef bij hem, hield zijn hand vast. Pas later merkte ik hoe intens die situatie was geweest. Toen stond ik wel even te huilen op de parkeerplaats. Gelukkig kan ik op dat soort momenten altijd terecht bij collega’s. We bieden elkaar een schouder en luisterend oor – al is het met een telefoontje. Dat is echt goud waard.”
“Elke cliënt heeft een eigen kernteam en beslist zelf welke zorgverleners daar wel of niet in zitten. Waarom mijn cliënten míj kiezen? Hopelijk omdat ze het overal met me over kunnen hebben. Omdat ik mijn perspectief pas deel als ze erom vragen. En misschien ook wel omdat ik ze de schoonheid probeer te tonen van alledaagse momenten. Denk aan een zonnestraal die door de bomen valt. Of een kat die spinnend op schoot springt. Ik hou van dat soort kleine dingen. Door deze op passende momenten te benoemen, help ik cliënten om er ook van te genieten.